Elliot Dolan-Evans
Het Oekraïense leger blijft territoriale en militaire overwinningen boeken op de binnenvallende Russische troepen aan het oostfront. Maar hoe gaat het met het land aan het ‘westelijke front’?
Volgens sommigen komen de gevaren waarmee de Oekraïense staat wordt geconfronteerd niet alleen van Russische tanks, maar ook van westerse banken en meer in het bijzonder van de groeiende buitenlandse schuld van Oekraïne.
Deze schuld kan de Oekraïense uitgaven voor de oorlogsinspanning belemmeren en de sociale uitgaven drastisch verminderen. Het betekent ook dat Oekraïne na afloop van de oorlog te maken kan krijgen met aanzienlijke druk van zijn schuldeisers over de wijze waarop de wederopbouw van het land moet plaatsvinden.
Volgens Yulia Svyrydenko, de Oekraïense minister van economie, heeft de Russische invasie Oekraïne al 542 miljard euro gekost aan verwoeste infrastructuur en verloren economische groei. De kosten van de wederopbouw na de oorlog worden tot nu toe geschat op ruim 719,5 miljard euro.
De Oekraïense export is sinds 2021 met ongeveer 35 procent gekrompen en het BBP is naar schatting in hetzelfde tempo gekrompen.
Tegelijkertijd stijgt de inflatie en stort de munteenheid van het land, de hryvnia, in elkaar ‒ deels omdat de centrale bank van het land bij gebrek aan belangstelling van investeerders obligaties moest opkopen die door de regering waren uitgegeven om de oorlogsinspanningen te financieren. Vervolgens heeft de bank de rente meer dan verdubbeld ‒ tot 25 procent, de hoogste in Europa ‒ om de inflatie te bestrijden die ze had helpen creëren.
TIJDELIJKE SCHULDENSTOP…
De Oekraïners en hun wereldwijde aanhangers hebben lang campagne gevoerd voor schuldverlichting. In augustus, na maanden van druk en terwijl op 1 september voor ruim 959 miljard euro aan obligaties moest worden betaald, kreeg Kiev eindelijk een tijdelijke bevriezing van de schuldbetalingen. Hierdoor hoeft Oekraïne tot eind 2023, en mogelijk nog een jaar, geen grote schulden meer af te lossen.
Voorvechters van schuldverlichting voor Oekraïne hebben dit terecht als een positieve ontwikkeling gezien. De schuldkwijtschelding waarop sommigen hadden gehoopt, lijkt nu echter onwaarschijnlijk en de schuld sluit belangrijke schuldeisers zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank uit. Ook de Europese Commissie, die Oekraïne meer dan 13 miljard euro heeft geleend, heeft zich niet bij het akkoord aangesloten.
Vóór de bevriezing had Oekraïne dit jaar al bijna 2,76 miljard euro uitgegeven aan de aflossing van zijn schuld. Dat is een derde van wat de regering tijdens de Russische invasie heeft uitgegeven aan sociale voorzieningen.
Ook enkele grote Oekraïense bedrijven kampen met schuldproblemen. In juli kwam Naftogaz, het energiebedrijf dat gedeeltelijk in handen is van de staat, in gebreke met betalingen aan enkele obligatiehouders die niet hadden ingestemd met uitstelplannen. Oekraïners kunnen hun energierekeningen niet betalen (de binnenlandse gasprijzen zijn sinds 2014 met 650 procent gestegen), wat bijdroeg aan het in gebreke blijven van Naftogaz ‒ maar het is van vitaal belang dat het bedrijf blijft functioneren nu het land de winter ingaat.
Het wegenagentschap Ukravtodor en het elektriciteitsbedrijf Ukrenergo ‒ beide staatseigendom ‒ zijn erin geslaagd de betaling van obligaties die aan het eind van het jaar verschuldigd zijn, met twee jaar te bevriezen. Hun schulden zijn echter door de staat gegarandeerd, zodat de Oekraïense regering verantwoordelijk is als er problemen zijn met toekomstige betalingen.
… MAAR NIET VAN HET IMF EN DE WERELDBANK
Internationale financiële instellingen die Oekraïne sinds het begin van de oorlog in Donbas in 2014 enorme bedragen hebben geleend, staan erop dat het land zijn schulden aan hen blijft betalen ‒ plus de bijbehorende rente, kosten en vergoedingen. Tijdens de jaarlijkse vergaderingen van het IMF en de Wereldbank vorige maand werd niet eens gesproken over het opschorten, verlichten of kwijtschelden van de schuld van Oekraïne.
Dit jaar heeft Oekraïne, ondanks de oorlog, de Wereldbank 476 miljoen euro plus 56 miljoen euro aan vergoedingen en rente terugbetaald, en het IMF ruim 1,2 miljard euro plus 144 miljoen euro aan toeslagen. In 2022/23 zal Oekraïne het IMF naar verwachting 2,6 miljard euro terugbetalen, plus 466 miljoen euro aan toeslagen.
Deze enorme bedragen zijn nog verbazingwekkender als ze worden vergeleken met de vitale uitgaven van het land. Tot dusver heeft Oekraïne in 2022 72 miljoen euro uitgegeven aan milieubescherming, de helft van wat het IMF aan toeslagen werd betaald, en 960 miljoen euro aan onderwijs, 240 miljoen euro minder dan de terugbetaling aan het IMF.
ZODRA DE SCHULDENSTOP WORDT OPGEHEVEN
Dankzij deze verlammende schuldaflossingen, de stijgende militaire uitgaven en de toegenomen sociale uitgaven heeft de Oekraïense regering een maandelijks begrotingstekort van 4,8 tot ruim 5,8 miljard euro. Ze is afhankelijk van leningen om het gat te dichten.
Hoewel de bevriezing het geplaagde land een ‘betalingsvakantie’ lijkt te geven, zullen deze leningen moeten worden terugbetaald ‒ samen met de rente die zich blijft opstapelen. Met andere woorden, deze ‘marktvriendelijke’ overeenkomst dwingt Oekraïne tot verstikkende en onhoudbare verplichtingen.
Dit is van belang omdat de hoogte van de Oekraïense schuld bepalend is voor de toekomstige wederopbouw van het land.
Het is om twee redenen gevaarlijk. Ten eerste, omdat de meeste schulden van Oekraïne in Amerikaanse dollars (60%) of euro’s (24%) zijn, zorgt de stijgende Oekraïense inflatie ervoor dat de schulden moeilijker terug te betalen zijn. Ten tweede heeft Oekraïne, naast ongeveer 24 miljard euro aan obligatieverplichtingen, nog voor 3 miljard euro aan ‘bbp-gerelateerde’ verplichtingen jegens crediteuren uitstaan.
Deze instrumenten zorgen ervoor dat Oekraïne investeerders een steeds hoger bedrag betaalt naarmate de wederopbouw na het conflict het bbp doet toenemen, aangezien de terugbetalingen op deze verplichtingen gekoppeld zijn aan de groei van het bbp.
VAARWEL ARBEIDSRECHTEN, HALLO PRIVATISERING
De lange lijst monetaire problemen waarmee Oekraïne wordt geconfronteerd ‒ verpletterende schuldverplichtingen, op hol geslagen inflatie, instortende export, afgewaardeerde kredietratings, gedevalueerde munt ‒ betekent dat het land, zodra de oorlog eindelijk voorbij is, naar de pijpen van het IMF en de Wereldbank zal moeten dansen.
Als het gaat om wederopbouw na een conflict, zijn de strategieën van die financiële instellingen erop gericht een ‘vriendelijk klimaat’ te scheppen voor particulier kapitaal om het ‘vertrouwen van het bedrijfsleven’ te garanderen.
Internationale schuldeisers, financiële instellingen en ‘deskundigen’ van diverse pluimage roepen al op tot verdere deregulering, liberalisering van de arbeidsmarkt, privatisering en verlaging van de sociale uitgaven in Oekraïne.
Deskundigen van het Londense Centre for Economic Policy Research (CEPR) stelden zelfs voor dat Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis de medische voorzieningen en diensten in Oekraïne overnemen. Met andere woorden, ze zien het land als een uitgeholde staat die zijn burgers overlaat aan de verwoestingen van het lokale en mondiale kapitaal.
De Oekraïense regering heeft schijnbaar de kans aangegrepen om een bedrijfsvriendelijk klimaat af te dwingen, zelfs nu het Russische bommen regent. Om de macht van het bedrijfsleven te waarborgen ten koste van de Oekraïense werknemers, heeft het parlement onlangs wetgeving aangenomen die de vakbondsvertegenwoordiging aan banden legt, het mogelijk maakt Oekraïense werknemers hun nationale arbeidsrechtelijke bescherming te ontnemen en bedrijven toestaat werknemers willekeurig te schorsen.
Deze nieuwe wet ‒ waartegen de Internationale Arbeidsorganisatie van de VN bezwaar maakte en de Britse regering heimelijk steun verleende ‒ werd oorspronkelijk in 2021 door de regering Zelenski ingediend, maar pas in oorlogstijd aangenomen. Dit ondanks het feit dat ongeveer 40 procent van de Oekraïners sinds het begin van de invasie hun baan hebben verloren en Oekraïense bedrijven de nominale lonen hebben verlaagd.
De regering is ook van plan haar sociale verzekeringsfonds samen te voegen met het staatspensioenfonds, waarbij personeel wordt ontslagen, de overheidsuitgaven worden verminderd en de uitkeringen worden verlaagd ‒ hoewel miljoenen Oekraïners om sociale bijstand vroegen toen Rusland binnenviel en het pensioenfonds een levensader is voor de ouderen van het land. Zelfs de regering zelf schat dat 60 tot 80 procent van de Oekraïners onder de armoedegrens terecht kan komen.
Nogmaals, de regering van Zelenskyi opperde dit idee voor het eerst tijdens de pandemiecrisis en heeft de wijzigingen nu pas goedgekeurd.
De in de zomer aangekondigde schuldenstop leek een overwinning voor de door het conflict getroffen Oekraïense bevolking, maar een nadere beschouwing laat een veel somberder beeld zien. In feite wordt Oekraïne hierdoor opgesloten in een tijdperk van schrijnende schuldslavernij en wordt de wederopbouw van het land gedicteerd door de neoliberale eisen van schuldeisers, internationale financiële instellingen en obligatiehouders.
Oekraïne heeft volledige kwijtschelding van de schuld nodig, zodat het na de oorlog een vrijere, rechtvaardigere en meer collectieve samenleving kan opbouwen.