Olivier Besancenot
Hoe moet je als antikapitalistische activist het conflict benaderen? Terug uit Oekraïne vindt Olivier Besancenot dat de progressieve krachten van het Europese continent het Oekraïense volk, slachtoffers van het Russische imperialisme, ruimhartiger moeten steunen.
Olivier Besancenot, voormalig presidentskandidaat voor de Franse LCR en de NPA, is momenteel woordvoerder van Philippe Poutou, de kandidaat van de NPA bij de recente presidentsverkiezingen. Hij was tussen 3 en 8 mei in Oekraïne, samen met vertegenwoordigers van verschillende Europese linkse organisaties. Hij werd geinterviewd voor Médiapart door Laurent Geslin en Mathilde Goanec.
Waarom ging je als activist van een politieke partij nu naar Oekraïne?
We gingen in op een uitnodiging van Sotsyalnyi Rukh, Sociale Beweging, een organisatie van Oekraïens links, in het kader van het Europees Netwerk voor solidariteit met Oekraïne en tegen de oorlog. We spraken met politieke activisten en vakbondsmensen. We hebben ook twee feministische collectieven ontmoet (Feminist Workshop en Bilkis), die met grote passie het lot van de in de bezettingszones verkrachte vrouwen aan de orde stelden, of dat van hen die bij het ontvluchten van het land in de prostitutienetwerken verstrikt zijn geraakt.
Er zijn ook veel vrouwen betrokken bij de gevechten en ze getuigen van de seksistische reflexen die binnen de Oekraïense bataljons bestaan. Deze vrouwen herinnerden er vooral aan dat het niet gaat om ‘Russische broeders’ die andere ‘Oekraïense broeders’ aanvallen, maar eerder om Russische soldaten die mannen en vrouwen uit Oekraïne aanvallen.
Wat verbaasde je in dit land waar het Westen vóór de oorlog uiteindelijk vrij weinig van wist?
Het meest verrassend is te zien hoezeer het politieke leven ondanks het conflict blijft bestaan, met natuurlijk verschillende realiteiten afhankelijk van waar je je in het land bevindt. Sociale kwesties zijn niet verdwenen in de gevechten. De vakbondsmensen die we hebben ontmoet en die betrokken zijn bij het verzet tegen Poetin, zetten hun strijd tegen het liberale beleid van president Zelenski voort. Zijn regering gebruikt bijvoorbeeld de oorlog om ontslagen in fabrieken en bedrijven te vergemakkelijken.
Anderen, milieuactivisten protesteren tegen het kappen van bossen, een kap die voor de oorlog was opgeschort en waarvoor nu weer toestemming is gegeven. Deze gevechten zijn geenszins triviaal. Vanuit politiek oogpunt willen deze activisten van Oekraïens links ook aan de Franse en Europese linkse partijen duidelijk maken dat de Russische agressie een naam heeft: het is een imperialistisch offensief.
Meer dan dertig jaar na de val van de USSR is het nog steeds moeilijk om je in Oekraïne links te noemen…
De activisten met wie we gesproken hebben, noemen zichzelf socialistisch. In Oekraïne werd (in 2015 – noot van de redactie) een wet op ‘decommunisatie’ aangenomen: iedereen die naar het communisme verwijst, wordt als Russische bondgenoot beschouwd, zelfs zij die zich verzetten tegen de bezetter. Het bevestigen van deze politieke identiteit behoudt niettemin al zijn strategische betekenis. Deze activisten verzetten zich tegen het Russische imperialisme en zijn voorstander van een democratische samenleving, die uiteraard niets te maken heeft met de bureaucratische en totalitaire systemen van het verleden. Ze maken dus op hun manier deel uit van de continuïteit van een antistalinistisch links dat altijd heeft bestaan in Oekraïne en in ruimere zin in Oost-Europa. Ze hebben ook betrekkingen aangeknoopt met bepaalde onafhankelijke en dissidente socialistische groeperingen in Rusland, ook al is dat tegenwoordig heel ingewikkeld. Veel van deze Russen leven momenteel ondergedoken of zijn naar het buitenland gevlucht.
Is er een erfenis van Nestor Makhno, de beroemde anarchist, en zijn beweging vandaag de dag in Oekraïne?
Ik heb twee anti-autoritaire activisten ontmoet die verbonden zijn aan een anarchistisch territoriaal verdedigingsbataljon dat in het zuiden van Kyiv is gelegerd. In heel Europa worden inzamelingen georganiseerd om materiaal naar dit bataljon te brengen, helmen, drones, kogelvrije vesten. Deze strijders moeten zich bijna zelf organiseren, zoals veel territoriale verdedigingseenheden. Daarom is een oproep gedaan aan Europese libertariërs en antifascisten om hulp.
Deze activisten dringen erop aan om niet blind te blijven voor het Oekraïense verzet, door zich alleen te richten op het Azov-bataljon. De Wagner-milities, in het Russische kamp, zijn van dezelfde strekking. Ze onderstrepen vooral het feit dat er ook linkse activisten in de territoriale verdedigingseenheden zitten. In de stad Kryvyi Rih bijvoorbeeld hebben vakbondsleden veel van hun leden uitgezonden om te vechten in regionale eenheden.
Wat is het standpunt van de NPA over de oorlog die sinds 2014 in Oekraïne woedt?
Onze regel lijkt misschien elementair: we staan aan de kant van de onderdrukten, nooit aan de kant van de onderdrukkers. Mijn hoop, om vooroordelen en a priori oordelen te overwinnen, is dat door een rechtstreekse dialoog aan te gaan met feministische activisten en vakbondsleden in Oekraïne, nieuwe sectoren van Frans sociaal- en politiek links uiteindelijk zullen begrijpen dat er ook een Oekraïens links bestaat. Van spoorwegarbeiders tot spoorwegarbeiders, van verpleegsters tot verpleegsters, van energiearbeiders tot energiearbeiders, van academici tot academici, is concrete solidariteit in de maak. In de NPA geloven we dat het onze taak is om solidair op te treden aan de zijde van volkeren die strijden voor hun emancipatie en vrijheid, ongeacht de status van hun onderdrukker.
Imperialisme is geen anglicisme, het is niet voorbehouden aan Noord-Amerikaans beleid op het Latijns-Amerikaanse continent. Frans imperialisme bestaat, Russisch imperialisme ook. Het is een realiteit, die beantwoordt aan economische doelstellingen en die verwijst naar de geschiedenis. Dit Russisch imperialisme sluit opnieuw aan bij de tsaristische expansionistische tendensen, die de bolsjewieken na 1917 aan diggelen hadden geslagen door zich uit te spreken voor het recht op zelfbeschikking, vóór de stalinistische contrarevolutie. Poetin vergat niet om Stalin tegenover Lenin te stellen tijdens zijn oorlogsverklaring.
Wat kan deze oorlog de Europese linkerzijde leren?
Ik heb niet de pretentie iets over dit onderwerp te onderwijzen of lessen te geven. Ik denk alleen dat deze oorlog een van de belangrijkste kwesties is voor de wederopbouw van Europees radicaal links. Het conflict in Oekraïne markeert het einde van een cyclus, die van de ‘gelukkige globalisering’ van de kapitalisten. De concurrentie tussen de blokken is de laatste jaren weer opgelaaid en het Rusland van Poetin hoopt nieuwe afzetmarkten te vinden buiten zijn grenzen. Rosa Luxemburg legde ook uit dat oorlogen vaak het verlengstuk op militair terrein zijn van een competitie die tot dan toe alleen op economisch terrein plaatsvond. Deze concurrentiestrijd speelt zich ook af in Oekraïne en de uitkomst van deze oorlog zal dan ook gevolgen hebben voor de sociale en politieke krachten in de hele wereld. De situatie zal niet dezelfde zijn, of het imperialisme nu wint of verliest.
Wat is je mening over het standpunt van La France insoumise (de beweging van Mélenchon) ten aanzien van dit conflict en heeft het onderwerp deel uitgemaakt van meningsverschillen tijdens de besprekingen met de NPA over de parlementsverkiezingen?
Het is niet aan mij om in naam van La France insoumise te spreken en ik ben niet van plan om advies te geven. Wat ik wel weet is dat we een collectieve beweging nodig hebben, zo breed en zo unitair mogelijk, om effectieve acties van solidariteit met dit Oekraïense links uit te voeren. Die solidariteit moet verschillen tussen partijen overwinnen.
Nu treft een vorm van politieke verlamming Frans links: als je voor de terugtrekking van de Russische troepen bent, ben je per definitie een CIA-agent, en omgekeerd, als je de NAVO aan de kaak stelt als deel van het probleem, ga je door voor een FSB-agent. We moeten de complexiteit terugvinden, begrijpen dat er daar iets op het spel staat en dat deze oorlog geen beschamend onderwerp is dat als een pleister aan ons kleeft.
Wat is je standpunt over wapenleveranties aan Oekraïne en economische sancties tegen Rusland? Die zouden kunnen leiden tot hoge inflatie in westerse landen en uiteindelijk de economisch meest kwetsbare bevolkingsgroepen treffen…
We vinden het begrijpelijk dat de Oekraïners om wapens vragen, vooral defensieve wapens die hen in staat stellen het luchtruim te controleren. Degenen met wie we daar gesproken hebben, herhalen dat het niet hun bedoeling is dat andere krachten dan de hunne het Oekraïense verzet vervangen.
Wat de economische sancties betreft, voeren we campagne om de oligarchen te sanctioneren, maar we zijn nog ver van het doel verwijderd. In Groot-Brittannië en Cyprus, zitten we op één procent van wat er gedaan zou kunnen worden.
Oekraïense milieuactivisten leggen ook uit dat het dringend is om alle consequenties te trekken uit onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, van gas, maar ook van de gevaren van kernenergie. Stel je voor dat de elektriciteitscentrales tijdens de gevechten worden getroffen? De oorlog in Oekraïne werpt opnieuw de vraag op van de energietransitie. De Oekraïense vakbondsmensen zijn trots op hun industrieel apparaat, op het produceren van energie, maar in het kader van Sociale Beweging staan ze niet vijandig tegenover discussies met milieuactivisten.
De Oekraïners zeggen nu dat ze willen vechten tot de overwinning. Sommige Europese diplomaten daarentegen willen een einde maken aan het conflict, door een uitweg te vinden voor Rusland. Hoe vrede te sluiten en tegen welke prijs?
Dat is aan de Oekraïners om te beslissen, niet aan ons. Het is een kwestie van afzien van elke paternalistische houding tegenover hen. De kwestie van een duurzame vrede gaat uiteraard iedereen aan, maar houdt ook in dat we solidair moeten zijn met de volkeren die de eerste slachtoffers zijn van het beleid van Poetin, het Oekraïense volk, maar ook het Russische volk. En de tijd dringt. De Oekraïners die ik heb gezien, verkeren niet meer in dezelfde positie als aan het begin van de oorlog. De mogelijkheden voor een staakt-het-vuren of een overeenkomst nemen af naarmate de weken verstrijken en de misdaden zich opstapelen…
Het recht op zelfbeschikking zal waarschijnlijk niet inhouden dat er alleen maar een referendum wordt gehouden of dat er een militaire oplossing wordt opgelegd. Een echt democratisch proces moet alle Oekraïners, uit Oost en West, in staat stellen zich te herkennen in de gevonden oplossing. Dat vereist dat we hen vrij laten beslissen over het Oekraïne van daarna, zodra de terugtrekking van de Russische troepen een feit is. Zonder klem te zitten tussen het Russische imperialisme, dat dit land heeft aangevallen, en de belangen van de westerlingen. Zonder een pistool op hun hoofd gericht te krijgen. Zonder dat de hele planeet, die haar eigen belangen verdedigt, zich aan tafel uitnodigt om hen te vertellen hoe ze dat moeten doen.
We bespeuren in Oekraïne een verlangen om ‘de tafel omver te gooien’, om een ‘reset’ van het politieke systeem in het land te organiseren. De samenleving heeft zich georganiseerd om zichzelf te verdedigen en de mensen leggen uit dat het noodzakelijk zal zijn om zich na de oorlog te bevrijden van de invloed van de oligarchen. De mensen willen hun lot in eigen handen nemen…
De reset is inderdaad een uitdrukking die ik heb gehoord. Veel mensen willen de oligarchen voor eens en voor altijd verdrijven en een einde maken aan de corruptie. De kwestie van de kwijtschelding van de schuld die aan Oekraïne is opgelegd, is vanuit dit oogpunt een sleutelkwestie. Het idee van de leden van Sociale Beweging is om al deze sociale kwesties onmiddellijk naar buiten te brengen, zonder te wachten op een mooie toekomst. Deze democratische vitaliteit blijft zelfs in tijden van oorlog bestaan.
Bij hen vinden we niet aan de ene kant de soldaten die naar het front gaan en aan de andere kant de activisten die bijdragen aan de democratische discussies. In feite zijn deze twee werelden nauw met elkaar verbonden. Sommige territoriale verdedigingseenheden hebben zelfs gedeeltelijke vormen van zelforganisatie opgezet.
Zweden en Finland zullen zeker vragen om lid te worden van de NAVO. Zijn we gedwongen te kiezen tussen Rusland en de NAVO, of kunnen we beide partijen bekritiseren?
We hebben kritiek op Rusland en natuurlijk op de NAVO, die niet alleen niet is verdwenen na het einde van het Warschaupact in 1991, maar zich is blijven ontwikkelen en niet voor de verdediging van het menselijk ras… De NAVO zal nog steeds een deel van het probleem zijn en geen deel van de oplossing.
Wat vindt je van het optreden van de Europese Unie (EU) in de oorlog in Oekraïne?
Het is absoluut verschrikkelijk om toe te laten dat vluchtelingen aan de grenzen van de Europese Unie worden gesorteerd op basis van hun land van herkomst. Aan het begin van de oorlog verklaarde premier Jean Castex dat Frankrijk 100.000 Oekraïners kon opvangen en dat is goed. Hoe vaak is ons niet verteld dat het beginsel van vrij verkeer en vestiging dat we verdedigden zeker eerbaar was, maar volstrekt onpraktisch. Jarenlang hoorde ik ‘we zouden wel willen, maar het is onmogelijk’.
We hebben nu het trieste bewijs dat wanneer de opvang van vluchtelingen niet heeft gewerkt in het voordeel van bijvoorbeeld Afghanen, Koerden of Syriërs, dat niet is omdat de autoriteiten het niet konden, maar omdat ze het niet wilden.
Om een ander Europa op te bouwen, van arbeiders en volkeren, dat breekt met de liberale verdragen, moeten we uitgaan van concrete zaken. Onze Oekraïense kameraden vragen om veel dingen en veel debatten. Ze willen in detail weten wat de Europese integratie heeft betekend, in termen van sociale en democratische rechten, voor de Oost-Europese landen die tot de EU zijn toegetreden. Zelfs onder voorstanders van het lidmaatschap van de Europese Unie bestaat er geen enkele illusie dan dat er hoe dan ook collectieve machtsverhoudingen nodig zullen zijn om een door allen gedeelde emancipatorische horizon te bereiken.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Mediapart. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.