Viktoriia Pigul
De Russische invasie in Oekraïne heeft vreselijke gevolgen voor vrouwen en meisjes, vooral onder gemarginaliseerde bevolkingsgroepen zoals de Roma. In het kort samengevat:
- Militaire aanvallen gericht tegen kraamklinieken en andere gezondheidszorgfaciliteiten, waarbij vrouwen en kinderen, waaronder zwangere vrouwen en pasgeboren baby’s, worden gedood en verwond.
- Verkrachting wordt als oorlogswapen gebruikt.
- Toegang tot essentiële gezondheidsdiensten is praktisch onmogelijk in die delen van Oekraïne die zwaar worden aangevallen en wordt ook in de rest van het land zwaar getroffen.
- Gendergerelateerd geweld, waaronder seksueel geweld, neemt toe, waardoor de risico’s op uitbuiting, waaronder seksuele uitbuiting en mensenhandel, toenemen.
- Miljoenen vrouwen en meisjes zijn in eigen land ontheemd of vluchteling.
In dit interview legt Viktoriia Pihul, Oekraïens feministe, antikapitalistisch activiste in Sotsialnyi Rukh (Sociale Beweging) en samen met andere feministes initiatiefneemster van het manifest ‘Het recht om weerstand te bieden‘, uit hoe Oekraïense vrouwen zich organiseren en terugvechten in de afschuwelijke omstandigheden die door de oorlog van Poetin zijn gecreëerd. Dick Nichols van Links sprak met haar.
Hoe probeert de feministische beweging de huidige ramp zo goed mogelijk het hoofd te bieden en te helpen? Wat zijn haar prioriteiten?
De oorlog die we nu meemaken heeft elk aspect van ons leven beïnvloed en veranderd. De bezetters zijn onder andere bezig om de bevolking te demoraliseren. Daarom gebruiken ze alle middelen, ook geweld. Juist nu moeten we begrijpen dat verkrachting een manier is om macht en controle over een situatie te tonen, niet een verlangen naar seksueel contact.
Natuurlijk is het werk van feministische organisaties onder deze omstandigheden sterk veranderd. Vóór de oorlog richten feministen en degenen die met ons streden voor vrouwenrechten en zichtbaarheid zich voor een groot deel op voorlichtingswerk: voorlichtingscursussen, programma’s en manifestaties; het organiseren van acties, demonstraties, enzovoort.
Nu wordt dit werk omgevormd en is de hulp vooral gericht op overleven en humanitaire steun: het vinden van humanitaire hulp, medicijnen voor trans-mensen, het oprichten van schuilplaatsen, het helpen van vrouwen met kinderen bij het vinden of verlenen van oppasdiensten. Sociale Beweging zamelt bijvoorbeeld humanitaire hulp in voor vrouwen en kinderen bij vakbonden. Organisaties waarmee we vriendschappelijke betrekkingen onderhouden, zoals Femsolution, Feminist Lodge en Bilkis, doen nu hetzelfde.
Dit is een tegenstrijdig moment: aan de ene kant komt de feministische beweging dichter bij de vrouwen te staan en hoort hun stem. Het goede punt voor vrouwenrechten is dat vrouwen leiding geven aan en meer betrokken zijn bij humanitaire inspanningen van de gemeenschap. Het biedt humanitaire organisaties de gelegenheid te streven naar participatie en begeleiding van vrouwen. Ik denk dat het heel belangrijk is om hier aandacht aan te besteden: vrouwen zijn betrokken bij belangrijke processen die het Oekraïners mogelijk maken om in de achterhoede te leven en te overleven.
Aan de andere kant dreigen veel van de problemen waar de beweging jarenlang aan heeft gewerkt ‘niet nu’-kwesties te worden. En wat vrouwen nu doen om te helpen winnen, kan in het publieke discours over het hoofd worden gezien. Omdat alle aandacht nu gericht is op militaire operaties en de rol van mannen, zal ook de vrouwelijke bijdrage aan het front minder opvallen. Dat wil zeggen dat de ongelijkheid in de vertegenwoordiging van vrouwelijke en mannelijke rollen tijdens de oorlog niet verdwijnt, maar eerder toeneemt.
Ik zie potentiële mogelijkheden voor feministisch werk als activisme aan de basis en werk met vrouwen om cohesie op te bouwen, bewustzijn van onze zichtbaarheid en verdere strijd voor politieke participatie van vrouwen. Bijvoorbeeld genderquota, de werkzaamheden van commissieleden voor genderkwesties, de bevordering en uitvoering van het Verdrag van Istanbul, dat vorige maand in Oekraïne is geratificeerd, het werken met het probleem van huiselijk geweld en het oprichten van schuilplaatsen voor vrouwen. Dit alles kan worden gerealiseerd als vrouwen hun belangen willen behartigen en het stereotype willen bestrijden dat in de politiek alles wordt gedaan door een paar grote mannen en dat vrouwen niets beslissen.
Olena Zelenskaya (de ‘First Lady’ van Oekraïne) heeft gezegd: ‘Ons verzet, zoals onze toekomstige overwinning, heeft een bijzonder vrouwelijk gezicht gekregen. Vrouwen vechten in het leger, ze zijn lid van territoriale defensie [eenheden], ze vormen de basis van een krachtige vrijwilligersbeweging om te bevoorraden, te leveren, te voeden … ze baren in schuilplaatsen, redden hun kinderen en zorgen voor andermans kinderen, ze houden de economie draaiende, ze gaan naar het buitenland om hulp te zoeken. Anderen doen gewoon hun werk, in ziekenhuizen, apotheken, winkels, vervoer, openbare diensten … zodat het leven doorgaat.’ Hoe accuraat is dit beeld van de inzet van vrouwen in de strijd tegen de Russische invasie?
In dit verband wil ik onderstrepen dat de rolverdeling tussen mannen en vrouwen in Oekraïne nu aan het veranderen is. Vrouwen aan het thuisfront hebben ook een oorlog te voeren, die net zo belangrijk is. De woorden van Zelenskaya weerspiegelen echt wat ik heb gezien in deze meer dan vier maanden van oorlog.
Nu veel mensen werkloos zijn geworden en vooral mannen zich bij de Oekraïense strijdkrachten hebben aangesloten, nemen vrouwen nieuwe rollen op zich en nemen ze meerdere banen aan om het verloren gezinsinkomen te compenseren. Veel vrouwen, die gedwongen zijn hun huis en bezittingen achter te laten, moeten op een nieuwe plek opnieuw in hun levensonderhoud voorzien. De staat heeft overigens eenmalig 6.500 hryvnia (220 euro) aan Oekraïners gegeven, maar dat is erg weinig als rekening wordt gehouden met de inflatie.
Tegelijkertijd besteden vrouwen nu steeds meer tijd aan kinderen, omdat die op afstand onderwijs volgen. Vrouwen besluiten heel vaak om in de bezette gebieden te blijven om voor hun bejaarde ouders of anderen te zorgen. Of ze zijn bang hun bronnen van inkomsten te verliezen. Daardoor lopen ze steeds meer risico op geweld, zowel van de Russen als van huiselijk en psychologisch geweld.
Dit alles vormt een extra belasting en vergt veel inspanningen van vrouwen. Ik wil benadrukken dat ze hun werk en hun bijdrage aan het verzet vaak als vanzelfsprekend beschouwen. Het is onze taak als feministen om vrouwen te steunen, hun behoeften te onderkennen en op alle mogelijke manieren te helpen. Het belangrijkste is dat we het vrouwelijke gezicht van de oorlog niet in de schaduw laten.
Hoe belangrijk voor het algemene moreel van het verzet tegen de Russische invasie is de grote toename van de participatie van vrouwen in het leger en vrijwilligersorganisaties?
Vanaf het allereerste begin zaten we allemaal op adrenaline en ondernamen we van alles: vrijwilligerswerk, zoeken naar munitie, humanitaire hulp, mensen uit gevaarlijke gebieden vervoeren. Na verloop van tijd wordt deze fase natuurlijk vervangen door onderdompeling in trauma en hulpeloosheid.
Maar ik hoor en zie vrouwen in het openbaar zeggen: ‘We hebben niet het recht om op te geven.’ Zoals ik al zei, zijn vrouwen begonnen zich lokaal te verenigen om te helpen. Ze weven camouflagenetten, koken voedsel voor de militairen, verpakken en vervoeren humanitaire hulp. Dit bevordert de cohesie, zodat vrouwen het gevoel hebben dat ze niet alleen zijn in hun verdriet. Het lijkt me dat hier zelfs psychologisch een zekere steun in zit waar we ons aan vastklampen. Vrijwilligerswerk is nu niet meer iets uit de wereld van de activisten, maar iets geworden dat voor bijna iedereen dichtbij en begrijpelijk is.
Wat de deelname van vrouwen aan het leger betreft, herinner ik me onmiddellijk onze ‘Пташка’ (dat is ‘vogel’ in het Oekraïens) van Azovstal. Deze jonge vrouw Katya, die Azovstal in Marioepol verdedigde tot haar laatste dag. Ze zong liedjes en zei dat ze tot het laatst zou vechten. Haar foto en de video van haar gezang gingen viral op alle sociale netwerken. Ze werd een van de symbolen van de verdediging van Marioepol.
Nu dienen er 35.000 vrouwen in het Oekraïense leger, 1.000 van hen zijn commandant en twee zijn generaal. Het is belangrijk dat vrouwen ook vanaf de eerste dag van de oorlog bij de territoriale verdediging betrokken waren. Nu wordt er meer gesproken over de deelname van vrouwen in het leger en ze worden een voorbeeld voor ons allen aan het thuisfront.
Over de houding in het Oekraïense leger merkte Hromadske International in 2014 op: ‘Om eerlijk te zijn valt er nog niets te vieren, want de veranderingen gaan erg langzaam. In de Generale Staf van de Oekraïense strijdkrachten hoor je de uitdrukking ‘schatje’, dus het leger moet hervormd worden, te beginnen bij hen. Velen begrijpen niet dat belangrijke veranderingen pas na meer dan één generatie zullen plaatsvinden.’ Deze opmerking lijkt te worden bevestigd door de viering door het leger van de 30e verjaardag van de Oekraïense Onafhankelijkheid, waarbij vrouwelijke soldaten op hoge hakken marcheerden. Helpt de ernst van de verzetsstrijd tegen de Russische invasie om een einde te maken aan dit soort seksistische onzin?
Seksisme en ongelijkheid zijn nog steeds aanwezig in het leger. In 2014 werden vrouwen die bijvoorbeeld scherpschutters of artilleristen waren, in het arbeidsdossier geschreven als ‘communicatieofficier’ of iets dergelijks en kregen ze minder geld. In acht jaar tijd is de situatie veranderd, maar globaal genomen blijven de problemen bestaan. Zo kregen vrouwen aan het begin van de volledige oorlog flak jackets en schoenen van mannen, die vaak groter van maat zijn, omdat er geen kleine waren. De kogelvrije vesten voor vrouwen zijn ook heel anders, maar die waren er niet. Zo ook met hygiëneartikelen: maandverband, shampoo, muggenspray en zelfs haarspelden. Ik wil het vrijwilligersinitiatief Zemliachky noemen: ze zijn solidair met vrouwen die dienen en doen aan humanitaire hulp voor vrouwen die vechten, gezien hun speciale behoeften.
Wat de stereotypering in het openbaar betreft, wil ik een geval noemen dat niet alleen indruk maakte op de feministische beweging, maar ook op de meeste mensen die daar niet toe behoren. Een Oekraïense stand-up comedian ‘grapte’ eind mei (toen de oorlog al drie maanden aan de gang was) als volgt: ‘Kunt u zich voorstellen hoe een vrouwenbataljon eruit zou zien? Ik kan het me niet voorstellen. Zou het een bataljon van pijpende troepen zijn’ … en verdere verwijzingen naar pijpen. Het was een overduidelijk geval van seksisme en giftige mannelijkheid. Maar erger nog, mensen in het publiek lachten en een YouTube-kanaal plaatste de video op hun pagina (en heeft de video nog steeds niet verwijderd). Deze video werd naar een van de feministen gestuurd door een vrouw die in 2015 in Debaltsevo had gevochten en de hel op aarde had gezien, inclusief de verscheurde lichamen van haar kameraden. Je kunt je wel voorstellen hoe ze zich voelde toen ze deze video zag.
Ook een muzikant, die zich aansloot bij de strijdkrachten van Oekraïne, ‘feliciteerde’ op 8 maart op zijn Instagram de jongens die zich verstoppen voor het leger en concludeerde dat het blijkbaaar vrouwen zijn. Dit zijn slechts voorbeelden van recente spraakmakende gevallen, maar in het hele land is er nog steeds een ongelijke perceptie van vrouwen en mannen die vechten.
Maar de mannen die samen met vrouwen in de strijdkrachten zitten, merken hun moed, onverschrokkenheid en dapperheid op. Verschillende vrijwilligersgroepen maken films en hebben projecten om vrouwen in het leger uit de schaduw te halen en te laten zien hoe ze in de strijd op gelijke voet staan met mannen en de mannen zelf getuigen hiervan. Ik denk dat deze oorlog veel stereotypen zal doorbreken. Maar toch, het is een heel hoge prijs om te betalen.
In tijden van crisis – van verdediging tegen binnenvallende legers en burgeroorlogen – duiken altijd vrouwelijke strijders op, bijvoorbeeld aan de Republikeinse kant in de Spaanse Burgeroorlog, de Sovjetvrouwen in de Grote Patriottische Oorlog en meer recent de vrouwenbataljons in Rojava, die zo belangrijk waren bij de nederlaag van Islamitische Staat. Welke overeenkomsten en verschillen met deze ervaringen zie je in het engagement van Oekraïense vrouwen in het verzet tegen de Russische invasie?
Ik denk dat Oekraïne nu een eigen karakter heeft.
Het is heel anders dan het Sovjetverhaal van Oorlog heeft geen vrouwengezicht en het is niet te vergelijken met het verzet van vrouwen in Rojava, omdat de Koerdische vrouwen moesten vechten voor basisrechten en vertegenwoordiging in de samenleving. In Spanje waren er voortdurend conflicten over hoe vrouwen probeerden te vechten voor het recht om als gelijken te strijden in het Republikeinse leger, maar ze werden voortdurend in ondergeschikte rollen geplaatst. Het is moeilijk voor mij om nu iets te zeggen over de positie van vrouwen in het leger, aangezien dat het beste door de vrouwen zelf kan worden gezegd nadat de oorlog enige tijd aan de gang is .
Van wat we kunnen zien, is de positie van vrouwen in het leger verrassend goed, maar omgeven door veel vooroordelen (zoals ik hierboven beschreef). Het grootste probleem is dat het leger vooral is ingericht op de deelname van mannen. Zowel mannen als vrouwen verzetten zich gezamenlijk, voor de rechten van alle mensen.
Maar men moet begrijpen dat de rol van de vrouwen daarin heel belangrijk is, omdat hun positie veel slechter zou zijn als Rusland de macht zou grijpen. Omdat de macht van de agressor uiterst conservatief is en de rechten van de vrouw scherp worden ontkend.
We hebben gelezen dat er in Oekraïne een sterke feministische traditie bestaat, zo niet in die naam, van zelfbewuste vrouwen die zich verzetten tegen patriarchale opvattingen en normen. Wat is er waar van deze visie? Hoe blijkt dat uit de huidige mobilisatie van vrouwen tegen de Russische invasie?
Feminisme in Oekraïne is nu een basisbeweging, geleid door activisten. Als je een doorsnee vrouw uit de periferie vraagt wat feministen zijn, zal ze iets antwoorden in de trant van ‘dat zijn een paar gekke jonge meiden die geen persoonlijk leven hebben ontwikkeld, dus verven ze hun haar in felle kleuren en haten ze mannen’. Mijn vriendin vertelt me bijvoorbeeld altijd dat feministen alleen maar jonge meiden kunnen zijn die geen kinderen hebben en gewoon een gemeenschap of een plek om rond te hangen willen vinden. Er zijn natuurlijk heel veel vrouwen met kinderen in de feministische beweging, maar deze houding blijft bestaan.
Ik denk dat deze niet-massale populariteit van het feminisme te wijten is aan economische en sociale voorwaarden: vrouwen moeten werken, voor kinderen zorgen, op de een of andere manier in hun onderhoud voorzien en huisvrouw zijn (het stereotype dat een vrouw de verzorgster van het huis is, gaat niet weg). In de voortdurende race om te overleven moet je de tijd en energie hebben om deel uit te maken van een beweging/organisatie/gemeenschap.
Over vrouwen in Oekraïne wordt inderdaad gezegd (en ze zeggen het over zichzelf) dat ze erg sterk zijn, veel in eigen hand kunnen nemen, hard kunnen werken en hogerop kunnen komen. Maar, zoals ik al eerder zei, ze beschouwen dat heel vaak als vanzelfsprekend.
Te midden van alle gebeurtenissen en vrijwilligerswerk is het werk van feministische organisaties met vrouwen enorm toegenomen. Het is ook belangrijk dat er naast feministische organisaties organisaties zijn waarin vrouwen een leidende rol spelen en die in wezen strijden voor de rechten van vrouwen op bepaalde punten (zoals arbeidsrechten) – ik noem de verpleegstersvakbond Wees zoals Nina.
Ik denk dat dit ons zal helpen vertrouwen op te bouwen en te laten zien dat feminisme gaat over vechten voor onze rechten en onze zelfbeschikking.
Het sterkste onderdeel van de Russische anti-oorlogsbeweging is Feminist Anti-War Resistance, dat via Telegram regelmatig verslag doet van wat er werkelijk gebeurt in Oekraïne, waaronder verslagen van vrouwen in de gebieden die tijdelijk door Russische troepen worden bezet. Hoe ziet de Oekraïense beweging de samenwerking met haar Russische zusters?
Ik volg de activiteiten van deze beweging en beschouw deze jonge vrouwen als de enige adequate linkse activisten in Rusland. Terwijl de ooit populaire linkse groepen uiteenvallen of doorgaan met het vertellen van oude verhalen over de USSR en de ‘broedervolken’ en met het opnemen van video’s op YouTube, houden deze meiden zich bezig met ondergrondse activiteiten en kranten, met het plakken van posters en met het schrijven van kritisch materiaal. Ik denk dat dit een belangrijk punt is in de totaal versplinterde Russische samenleving, waar iedereen er alleen voor zichzelf is.
Veel vrouwelijke leden van Feministisch Anti-Oorlogsverzet hebben het manifest van Oekraïense feministen ondertekend dat ik samen met mijn kameraden heb geschreven.
Ik kan geen voorspellingen doen over verdere interactie. Het is belangrijk om te begrijpen dat Oekraïense feministische initiatieven ook moeilijke tijden doormaken. In het licht van de militaire gebeurtenissen willen heel veel mensen niet eens horen van enige vorm van samenwerking met iets Russisch. Alles zal afhangen van hoe de situatie zich ontwikkelt.
Wat zijn de belangrijkste zaken die feministen in de rest van de wereld moeten begrijpen over de strijd van hun zusters tegen de Russische invasie in Oekraïne?
We hebben veel pacifistische uitspraken gezien van westerse feministen, waaronder hun manifest. In het licht van de oorlog en de dagelijkse dood van onze vrouwen en kinderen staan we kritisch tegenover dit standpunt. In dit verband maak ik deel uit van een werkgroep van Oekraïense feministen die het manifest Het recht om weerstand te bieden hebben geschreven. We roepen op tot steun aan Oekraïense vrouwen, inclusief ons recht op gewapend verzet. Deze oorlog laat ons zien dat feminisme een beweging is die moet reageren op veranderende situaties, flexibel moet zijn en principes moet ontwikkelen op basis van nieuwe omstandigheden. Wat ik hiermee bedoel is dat toegeven aan geopolitieke redeneringen en geopolitiek denken en je uit het conflict terugtrekken door alle partijen te veroordelen, geen werkbare positie is. We moeten duidelijk onderscheid maken tussen de verkrachter en het slachtoffer en het slachtoffer helpen haar bestaansrecht en subjectiviteit te doen gelden.
Is er nog iets dat je zou willen toevoegen?
Ons hoofddoel is nu om deze oorlog te winnen. We begrijpen dat het lang kan duren en dat het geen snel proces is en er is hoop. Wat cruciaal is voor de overwinning, is dat we de oorlog en alle verschrikkelijke gebeurtenissen in Oekraïne niet van de wereldagenda laten verdwijnen. Als iedereen er aan went, wordt het moeilijker voor ons om te overleven en zal het probleem niet alleen bij ons liggen – ook de wereld loopt een risico. Ik vraag om steun voor één van de belangrijkste campagnes van Sociale Beweging om de buitenlandse schuld van Oekraïne kwijt te schelden. Het is een grote last voor de Oekraïense economie, die is ontstaan door jaren van oligarchische dominantie. We hebben een website gemaakt waarop we argumenten, een petitie en materiaal van over de hele wereld ter ondersteuning hebben verzameld. Het is ook belangrijk voor vrouwen, want wij zullen degenen zijn die Oekraïne weer opbouwen.
Ik wil benadrukken dat vrouwen al veel doen om Oekraïne er weer bovenop te helpen. En wij, als linkse organisatie, strijden voor onze arbeids- en sociale rechten, die de regering in verschillende mate probeert in te perken. Dit is belangrijk om de naoorlogse wederopbouw van Oekraïne mogelijk te maken en te baseren op de beginselen van non-discriminatie.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Links. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.