Frank Olbrechts
De hernieuwde oorlogslogica na de inval van Rusland in Oekraïne bracht in België geen massale demonstraties voor vrede op de been. Van een breed gedragen vredesbeweging die mee de politieke agenda bepaalt is geen sprake. Integendeel. Westerse solidariteit met Oekraïne uitte zich hoofdzakelijk via massale wapenleveringen
De Nederlandse premier Mark Rutte (VVD) pleitte maandag (11/7) tijdens een bezoek aan Kiev voor de levering van meer geavanceerde militaire middelen en zware wapens aan Oekraïne om weerwerk te bieden aan de Russische agressie die begon op 24 februari. Premier Alexander De Croo (Open Vld) benadrukte op de NAVO-top in Madrid van eind juni dat de militaire alliantie de opdracht heeft onze vrije samenleving en democratie te vrijwaren.
De uitspraken zijn exemplarisch voor de nadruk die Europese politici leggen op de noodzaak van grootscheepse militaire steun aan Oekraïne. De NAVO-lidstaten gingen bovendien een hernieuwd engagement aan om meer te investeren in defensie. Dat gebeurde nog geen jaar nadat de Franse president Emmanuel Macron het militaire bondgenootschap 'hersendood' had verklaard.
Het dilemma van de vredesbeweging: hoe koppel je een veroordeling van de Russische invasie koppelen aan een pleidooi voor een geweldloze, of een zo geweldloos mogelijke oplossing?
De opties voor een onderhandelde vrede met Rusland verdwenen naar de achtergrond. De Standaard merkte in mei op dat wie pleit voor onderhandelingen met Vladimir Poetin en tegelijk tegen wapenleveringen is, zoals KU Leuven-professor Idesbald Goddeeris deed, zich de facto neerlegt bij een Russische zege.
Vlaamse vredesorganisaties blijven intussen kampen met een dilemma: hoe kunnen ze een veroordeling van de Russische invasie koppelen aan een pleidooi voor een geweldloze, of een zo geweldloos mogelijke oplossing? Van een breed gedragen vredesbeweging is in België momenteel geen sprake, ondanks herhaaldelijke pogingen.
Momenten van momentum
"Vredesorganisaties, die in Europa al sinds de achttiende eeuw actief zijn, kunnen alleen op bepaalde momenten uitgroeien tot een grotere beweging die massaal kan mobiliseren", zegt emeritus hoogleraar Internationale Betrekkingen Rik Coolsaet (UGent). "In die context verwerven zij legitimiteit door ruime steun van het volk."
Een groot gedeelte van de Belgische bevolking ervaart geen existentiële bedreiging
Die context is momenteel volgens Coolsaet niet aanwezig, aangezien een groot gedeelte van de Belgische bevolking geen existentiële bedreiging ervaart. Daar kunnen vredesorganisaties, die een niche vormen in het middenveld, dus ook niet op inspelen.
Wanneer lukt dat wel? Na de Tweede Wereldoorlog zorgden drie perioden van onrust in een onstabiel en gevaarlijk Europa volgens Coolsaet telkens voor een momentum in de geschiedenis van de Belgische vredesbeweging.
Met de Oproep van Stockholm in 1950 pleitte de pas opgerichte Wereldvredesraad voor een verbod op atoomwapens om kernoorlogen te vermijden. Dit zorgde voor een eerste naoorlogse momentum voor de vredesbeweging: miljoenen mensen ondertekenden de petitie.
Een tweede momentum kwam er volgens Coolsaet met de jaarlijkse anti-atoommarsen van 1960 tot 1967, die een reactie waren op de atoomproeven van de twee leidende grootmachten, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De anti-rakettenbetogingen tussen 1979 tot 1985 waren een derde periode van massale mobilisatie, met als hoogtepunt de manifestie op zondag 23 oktober 1983 in Brussel, die 400.000 mensen op de been bracht.
Gebrek aan mobilisatiekracht
Coolsaet aarzelt of de laatste grote protestbeweging tegen de Amerikaanse invasie in Irak in 2003 past in de voorgaande reeks. "Na de mondiale mobilisatie op 15 februari 2003 doofde het protest snel uit, zeker na de val van Bagdad."
"Ook deze massale protesten waren ingegeven door een gevoel van existentiële bedreiging. Toenmalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan verwees daar in september 2003 naar als 'a fork in the road'. Daarmee doelde hij op het einde van het multilaterale systeem dat in 1945 was opgericht om oorlog te vermijden."
In die laatste korte protestgolf van 2003 speelde Vrede vzw een cruciale rol, waardoor De Morgen op 17 februari 2003 kon schrijven dat "de vredesbeweging helemaal terug was". Net zoals in 2003 probeerde de organisatie ook in maart 2022 te mobiliseren, vrijwel onmiddellijk na het begin van de Russische invasie in Oekraïne.
Samen met een kleine honderd andere organisaties stond Vrede vzw aan de wieg van het Platform Europa voor Vrede en Solidariteit dat op 27 maart op basis van acht gemeenschappelijke punten "een betoging tegen de gruwel van de oorlog" in Brussel organiseerde met 3.000 deelnemers.
Nadien kwamen er nog acties, maar grote demonstraties bleven uit. Ludo De Brabander, woordvoerder van Vrede vzw, geeft toe dat de vredesorganisaties niet altijd even zichtbaar waren. Toch konden zij op een partijpolitieke vertaling rekenen van hun standpunt, stipt hij aan. Op 18 juni stemde oppositiepartij PVDA/PTB tegen de verhoging van het defensiebudget.
De schuld van de NAVO?
Vredesorganisaties kampen volgens Coolsaet met het probleem dat zij hun klassieke verhaal niet langer op dezelfde manier kunnen brengen. "In de oorlog in Oekraïne zien we dat een brutale grootmacht duidelijke agressie pleegt tegen een kleinere staat. Wie blijft toekijken vanuit een engagement voor geweldloosheid en geweldloos verzet, wat in het verleden wel een morele legitimiteit had, lijkt zich medeplichtig te maken aan schuldig verzuim tegenover het menselijke drama dat zich nu afspeelt in Oekraïne."
Ludo De Brabander (Vrede vzw): 'Het Westen had op een andere manier met Rusland kunnen omgaan'
Door de programmatekst met acht punten te ondertekenen, veroordeelden alle vredesorganisaties van het Platform Europa voor Vrede en Solidariteit unaniem de Russische inval in Oekraïne. Hoewel in de acht punten geen sprake is van de NAVO of de Verenigde Staten, richtten heel wat organisaties, waaronder Intal en Vrede vzw, nadien fel hun pijlen op de NAVO.
Ludo De Brabander noemt de militaire alliantie verantwoordelijk voor het uittekenen van een nieuwe Koude Oorlog. Hij verwijst naar verschillende provocatieve handelingen uit het verleden die goede relaties met Rusland onmogelijk hebben gemaakt.
"Hoewel Rusland een autoritair machtssysteem kent, met aan het hoofd een president die in extreem-nationalistisch vaarwater is terechtgekomen, had het Westen op een andere manier met Rusland kunnen omgaan. Stel dat we geïnvesteerd hadden in goede relaties. Dan vraag ik mij af of we vandaag dezelfde Poetin zouden zien", zegt De Brabander.
Rik Coolsaet: 'Wat in het verleden gebeurd en vooral niet gebeurd is, kan geen enkele verantwoording zijn voor de brutale invasie van een regionale grootmacht tegen een kleine staat'
Beleidsmedewerker Annemarie Gielen van Pax Christi Vlaanderen stelt zich genuanceerder op. "Het klopt dat de VS en de NAVO een grote verantwoordelijkheid dragen, maar ik vind het moeilijk te geloven dat de VS en de NAVO een al jaren vooropgezet plan zouden uitvoeren. Achteraf kunnen we de stappen bekijken die de NAVO en de VS hebben gezet na de aanstelling van Poetin en concluderen dat we op een inval afstevenden. Maar is het wel correct om op die manier te redeneren?"
Ook Coolsaet wil de NAVO en haar lidstaten niet medeverantwoordelijk maken voor de Russische invasie van Oekraïne. "De enige verantwoordelijken daarvoor zijn Poetin en zijn regime. Wat in het verleden gebeurd en vooral niet gebeurd is, kan geen enkele verantwoording zijn voor de brutale invasie van een regionale grootmacht tegen een kleine staat."
Coolsaet noemt het wel legitiem dat we ons afvragen of het Westen en de NAVO-lidstaten sinds het einde van de Koude Oorlog voldoende gedaan hebben om een veiligheidsstructuur op te bouwen. "Daarin zij we collectief tekortgeschoten. De Verenigde Staten hebben bovendien een soort triomfalisme getoond waardoor reeds aanwezige frustraties in Rusland alleen versterkt werden. Daar kon Poetin op een bepaald moment op inspelen."
Diplomatie
Alle vredesorganisaties die de platformtekst ondertekenden, blijven aandringen op onderhandelingen. Vrede heeft er al vaak op gewezen dat dat gepaard moet gaan met toegevingen van het Westen, en Ludo De Brabander herhaalt dat tegenover Apache.
Coolsaet is het ermee eens dat oorlog idealiter eindigt dankzij diplomatieke inspanningen. "De enige andere 'oplossing' is een totale nederlaag van een van beide partijen." Hij merkt op dat twee zaken vooraf duidelijk moeten zijn. "It takes two to tango: er moeten twee partijen zijn om te praten. Bovendien moet er een agenda zijn met punten waarover kan gepraat worden."
Thomas Weyts (Europees Netwerk voor Solidariteit met Oekraïne): 'Het is belangrijk welk soort vrede de Oekraïense mensen zelf willen, en welke diplomatieke oplossing voor hen aanvaardbaar is'
"Als op een bepaald moment zou blijken dat Poetin wil praten, zal hij meteen gesprekspartners vinden. In de Europese Unie hebben een aantal regeringsleiders, met de Franse president Macron op kop, lang geprobeerd gesprekken te blijven voeren met Poetin, maar zij kwamen steeds terug van een kale reis", zegt Coolsaet.
Thomas Weyts, die solidariteitsacties opzet met Oekraïne binnen de Belgische afdeling van het Europees Netwerk voor Solidariteit met Oekraïne, stelt zich al enige tijd kritisch op tegenover bepaalde standpunten van vredesorganisaties als Intal en Vrede. Hij vraagt zich af wat een onderhandelde vrede zou betekenen, en wie dat mag bepalen. "Wij merken dat een deel van de vredesbeweging zich uitsluitend richt tot de regeringen van NAVO-landen en niet tot het Russische regime."
"Het is belangrijk welk soort vrede de Oekraïense mensen zelf willen, en welke diplomatieke oplossing voor hen aanvaardbaar is. In de praktijk merk je dat organisaties die fel voor een snelle vrede pleiten nauwelijks contacten hebben bij de Oekraïense civiele samenleving en de sociale bewegingen ter plaatse", zegt Weyts.
Ook Coolsaet ziet een probleem opduiken over de rol van Oekraïne zelf in de gesprekken, wanneer het bijvoorbeeld over de Donbas gaat (waar Rusland naar eigen zeggen de hele provincie Loehansk en een groot deel van de provincie Donetsk controleert, red).
Investeringen in vredesopbouw
In de platformtekst pleit punt zeven voor een hernieuwd systeem van collectieve en ondeelbare veiligheid of een nieuwe ‘veiligheidsarchitectuur’. Daar zien de vredesorganisaties voor zichzelf een rol weggelegd. De tendens naar minder investeringen in vredesopbouw dateert al van langer, zegt Annemarie Gielen van Pax Christi Vlaanderen.
Annemarie Gielen (Pax Christi): 'Al in 2011 onder minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) is de budgetlijn conflictpreventie en vredesopbouw sterk afgebouwd'
De katholiek geïnspireerde organisatie heeft van oudsher voeling met vredesbewegingen in Oekraïne en in Rusland, en blijft aansluiting zoeken bij Oekraïners en Russen ter plaatse. "Op het terrein hebben wij contacten met de medische en de religieuze wereld, onder meer bij zustergemeenschappen en broedergemeenschappen. Pax Christi heeft in verschillende verklaringen, die ook gericht waren aan de Belgische regering, gewaarschuwd voor een te militaristische visie op conflicthantering."
"Al in 2011 onder minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) is de budgetlijn conflictpreventie en vredesopbouw sterk afgebouwd, terwijl die bedoeld was om aanvullend te werken op domeinen die belangrijk zijn voor het Belgische beleid. Ook Pax Christi Vlaanderen kon een beroep doen op die budgetten, onder meer voor projecten in Rusland rond democratisering, mensenrechten en verzoening", zegt Gielen.
"De verhoging van militaire budgetten konden we met de vredesorganisaties niet terugdraaien. Maar als België meer militaire uitgaven doet, moet het niet-militaire ook de nodige middelen krijgen. Nu er oorlog is, kunnen plots meer middelen naar de NAVO gaan, maar wij pleiten ervoor meer in te zetten in onder meer de Europese Vredesfaciliteit en het VN Fonds voor Vredesopbouw."
De oorlogseconomie
Binnen de vredesorganisaties wordt vaak gewezen op de rol van de wapenlobby, die de oorlog zou stimuleren. Coolsaet merkt op dat de wapenlobby niet de aanstoker is van de oorlog, maar er uiteraard wel sterk van profiteert. "Het is een neveneffect van de oorlog dat een aantal aandeelhouders van grote wapenfabrieken er rijk van zullen worden."
Vredesactie, mede-ondertekenaar van de platformtekst van de vredesorganisaties, voert campagnes tegen de wapenlobby en wapenexport, maar kijkt in een breder perspectief naar wat zij oorlogseconomie noemt.
Lene Jacobs (Vredesactie): 'Belgische en Europese politieke en economische relaties kunnen bijdragen tot vrede of omgekeerd tot conflicten'
"Belgische en Europese politieke en economische relaties kunnen bijdragen tot vrede of omgekeerd tot conflicten. Helaas is dat laatste nu het geval", zegt Lene Jacobs van Vredesactie.
Jacobs wijst erop dat Vredesactie in de afgelopen maanden plaatsen in België heeft opgespoord waar de invloed van de oorlogseconomie en van de heersende militaire logica duidelijk zichtbaar worden. "Met de actie Stop fuelling war protesteerde Vredesactie op 23 juni bij LNG-terminals van Fluxys waar problemen tastbaar konden worden gemaakt. In de haven van Zeebrugge wordt 10% van het LNG-gas dat Rusland exporteert opgeslagen. Als we de Russische oorlogskas echt willen droogleggen, is dit een goede plek om te beginnen."
Haar collega Bram Vranken vult aan: "In het begin van de oorlog hebben veel stemmen vanuit het middenveld opgeroepen om sneller werk maken van de energietransitie, omdat fossiele brandstoffen duidelijk een conflicteconomie schragen."
Nieuwe dynamiek?
Coolsaet voorspelt dat na het einde van de oorlog een nieuwe dynamiek op gang zal komen, met een veel duurzamere internationale campagne voor de afbouw van fossiele grondstoffen en de opbouw van duurzame energie. Samenwerking tussen klimaatorganisaties en vredesorganisaties zal gemakkelijker worden.
"De grootste uitdaging waar we nu voor staan, is het klimaat. Ik denk dat je op dat vlak een reële beweging ziet die wacht om opnieuw aan de oppervlakte te komen met een grote mobiliseringskracht."
Daar speelt Lene Jacobs op in, die het een van de grote uitdagingen van Vredesactie noemt om een groter publiek te mobiliseren. "Er is een besef gegroeid dat we ons als middenveld en als burgers opnieuw veel meer als betrokken partij moeten opstellen."
"Wij zijn er ons van bewust dat we de klassieke grenzen van vredesbeweging, klimaatbeweging, en de beweging rond vluchtelingen en migratie moeten overstijgen. Die thema's haken hoe langer hoe meer op elkaar in. Mogelijke antwoorden hangen ook steeds meer samen."
local_offer conflict Rusland-Oekraïne, vredesbeweging, vrede, Pax Christi Vlaanderen, Rik Coolsaet, Ludo De Brabander, Thomas Weyts, Lene Jacobs, Vredesactie
Na een studie Arabisch en Hebreeuws verdiepte Frank Olbrechts zich in de hedendaagse Arabische literatuur. Hij combineerde dit met een taak als lesgever in het Hoger Onderwijs en het Volwassenenonderwijs. Zijn aandacht gaat uit naar de openbare debatcultuur, het cultuur- en erfgoedbeleid, de identiteits- en diversiteitsproblematiek en het militantisme/ activisme in de samenleving.